woensdag, maart 09, 2005

uitgebreider over hypo

EPIDEMILOGIE:
Congenitaal: 1 op 4000 pasgeborenen.

volwassenen:
1. boven 65 jaar 2-4% (meestal bij vrouwen)
2. in het algemeen 0.5-1.0% (tot ongeveer 18 mensen per 1000)

OORZAKEN:
A. ziekte van hashimoto (meest voorkomende oorzaak)
B. congenitale hypothyreodie (cretinisme)
C. behandeling van schildklier vanwege hypohyreoidie door:
1. radioactieve jodium (I-131)
2. thyroidectomie (operatieve verwijdering van een gehele schildklier of een gedeelte ervan.)

D.halsbestraling bij kanker, zoals:
1. Hodgkin
2. strottehoofdkanker
E. door medicatie b.v. jodium, amiodarone, lithium

A. SECUNDAIRE HYPOTHYREOIDIE(5% van de gevallen):
1. aangeboren hypofunctie van de hypofyse
2. necrose van de hypofyse (sheenans syndroom)
3. beschadiging van de hypofyse of hypothalamus


SYMPTOMEN HYPOTHYREOIDIE:
1. Vermoeidheid of zwakte (99%)
2. Lethargie (91%) ( slaapzucht, doffe onverschilligheid)
3. Koude intolerantie (89%)
4. Gewichtsvermeerdering ondanks weinig eetlust, soms ook
afvallen.
5. Oedeem
6. Gewrichtspijn
7. Verminderd libido (minder of geen zin in vrijen)
8. Hoofdpijn
9. Heesheid
10. Traagheid in denken
11. Vergeetachtigheid
12. Trage spraak
13 Constipatie (verstopping)(61%)
14. Droge of ruwe huid (97%)
15. Minder kunnen transpireren (89%)
16. Haaruitval (speciaal het buitengedeelte van de wenkbrauwen )
17. Gebroken nagels
18. Amenorroe of menoroe

SIGNALEN:
1. Rond opgeblazen gezicht of andere oedeemvorming in het gezicht(79%)
2. ooglidoedeem (90%) of rondom de oogkas.
3. Grote dikke tong of macroglossy (alleen te grote tong)
4. Enkeloedeem, waarin geen putjes te drukken zijn.
5. Hypokinesie
6. Algehele spierzwakte
7. Vertraagde reflex van knie en enkel
8. Koude, droge, dikke, schilferende huid:
a.vooral de handpalmen, voetzolen, ellebogen en knieën
b.De huid kan geel-oranjeachtig kleuren

9. Droog breekbaar haar (76%)
10. Nagels in de lengte geribbeld
11. Zwakkere pols.
12. Brachyardie( te trage pols)
13. Verschillend effect op bloeddruk:
Kan zowel hypotensie geven als diastolische hypertensie.

14. Buikwaterzucht.(ascites)


De volgende labtesten kunnen ook beïnvloed worden door de aanwezigheid van hypothyreoidie:
1. Serum cholesterol verhoogd
2. CPK verhoogd
3. LDH verhoogd
4. Complete bloedtelling:
a.macrocytische anemie(vergrootte rode bloedcellen)

Ook vertraagde botgroei kan aanwezig zijn.


Bron: Notebook.com
References
Coll (2000) J Am Board Fam Pract 13:403-7
Hueston (2001) Am Fam Physician 64:1717-24
Singer (1995) JAMA 273:808-12

Behandeling:a. levothyroxine(bekend voornamelijk onder merknamen Thyrax en Euthyrox). Indien de omzetting(conversie) van T4 naar T3 gestoord is, kan een toevoeging van T3 hormoon zoals b.v. cynomel een additionele verbetering geven. Al zijn niet alle artsen het hier over eens.

dinsdag, maart 08, 2005

hypo symptomen

koude intolerantie

niet vooruit te branden, aphatisch

erg veel spelfouten

depressie

droog breekbaar haar

uitval/dunner worden van uiteinden wenkbrauwen , soms ook uitvallen van ander lichaamshaar.

extreme haaruitval (allopecia)

totaal uitgeput voelen, niet opknappen van rust

gevoel overrompeld te worden door te veel prikkels

hoofdpijn, migraine

zware en/of langdurige menstruatie en krampen.

hoog cholesterol en triglyceride niveaus in bloed

niet jezelf ergens toe kunnen zetten en focus blijven houden

onregelmatige hartslag, overslag, extra slag, even stil gevolgd door een hardere slag.

langzame pols (onder 60 bpm) soms ook tegenstrijdig een snellere pols

gewrichtspijn, fibromyalgie

geheugenverlies

duizeligheid

nagels die dik zijn, snel brokkelen of scheuren.

nooit op temperatuur kunnen komen, alsof de thermostaat kapot is

paniekaanvallen

miskramen, vroeggeboortes, doodgeboortes, onvruchtbaarheid

opgeblazen gezicht, ogen, handen en voeten.

Veel in gewicht kunnen aankomen, ondanks geen honger hebben. Soms zijn er hypo's die juist gewicht verliezen.

slaap apneu

slaperig overdag maar slapeloosheid in de nacht

suïcidale gedachten

droge dikke tong, dorstig zijn vanwege droge mond

droge huid van gezicht, handen, ellebogen, voeten/hielen, scheenbenen,soms tot scheuren aan toe. De handpalmen kunnen oranje-achtig kleuren.

zomaar gaan huilen en niet kunnen stoppen met huilen

hoge bloeddruk, maar soms juist lage bloeddruk

http://valkyrie.aarg.net/

symptomen hyper

Uitblijven van menstruatie, korte menstruatie, heftig menstrueren

Aversie tegen warmte, altijd warm voelen

Blaasproblemen

jeukende plekjes zonder huidverandering

wippen op benen, onrustig staan

hartzwakte

Voortdurende honger

Krampen in spieren

Depressie

Moeilijk ademen

Problemen met eten, moeilijk slikken of erg moe raken van eten

gedesoriënteerd, verwardheid, mistig/wattig gevoel in hersenen.

duizeligheid

putjes in de nagels

droog, breekbaar haar zonder glans

endiometrose

trillerig gevoel van binnen, tremoren, (trillen van handen/vingers vooral gestrekt)

Struma (vergroting van schildklier)

Vergrijzen van haren

Haarverlies

Hoofdpijn, migraine

benauwd gevoel, druk op de borst, brandend gevoel op de borst.

Hoge- of lage bloeddruk problemen.

koude rillingen

Meer ontlasting, tot wel 8 keer per dag. Of diaree.

Niet stil kunnen zitten

Eerder kans op andere problemen, bloedend tandvlees, ontstoken tandvlees, reuma- achtige pijnen, voedsel intoleranties, etc

onvruchtbaarheid

Stress intolerantie.

Snel geïrriteerd

coördinatie verlies

Verlies van perspectief op het leven

Geen uithoudingsvermogen

Laag cholesterol, kan dramatisch stijgen bij behandeling.

verlaagd (of soms toch verhoogd) libido

Geheugenverlies

Miskramen, doodgeboortes

stemmings wisselingen

beschadigde nagelbedden

nagels splijten in twee lagen

nagels slap en scheuren snel

gevoelloosheid in de dijen.

Lepeltjes vorm nagels, komen los van nagelbed( plummernails)

Cysten op eierstokken

Paniekaanvallen

snelle pols (boven 100 pm), onregelmatige snelle pols, hartfladders.

woedeaanvallen

overal jeuk

richels op nagels in de lengterichting. (wasbordje)

Moeilijk dingen vasthouden met de handen, moeilijk schrijven.

adem tekort

moedervlekken die omhoog komen en lijken te hangen.

slapeloosheid

stinkend zweet, behalve de voeten

keelpijn

maagkrampen/ misselijkheid, overgeven

snel zweten en flink zweten

niet tot rust kunnen komen na sex en niet makkelijk in slaap vallen (hartritme hersteld zich niet snel)

netelroos

vitiligo, pigment verlies van de huid als kleine witte plekjes

Zwakte in armen en benen

gewichtsverlies of juist aankomen in rap tempo.

donderdag, maart 03, 2005

subklinische hyperthyreoidie

SUBKLINISCHE HYPERTHYREOIDIE:
DEFINITIE:
A. euthyroide patient(dus geen hyper of hypo) met een onderdrukte tsh, die dus onder de norm van de waardes ligt.

EPIDEMILOGIE:
A . Komt meestal voor bij ouderen.

OORZAKEN:
A. multinodulair struma
B. stille thyreoidites(schildklierontsteking) de tsh normaliseert In enkele maanden.
C. Hypofyse afwijkingen(dan is de ft4 ook onderdrukt)
D. Beginnende hyperthyreoidie in overgangs fase naar uiteindelijke volledige hyperthyreoidie
E. Gedeeltelijk behandelde hyperthyreoidie
F. Jodium:
1.recentelijk radiocontrast vloeistof toediening
2.Overmatige jodium inname
G.Medicatie:
1. Corticosteroiden
2. Dopamine
3. Amiodaron (cordarone)

SYMPTOMEN:
A. significante(overduidelijke) hyperthyreoidie symptomen afwezig
B. Non-specifieke symptomen kunnen aanwezig zijn, zoals
1. Malaise(algeheel gevoel van onwel zijn)
2. Tachycardie(een te hoog hatritme van 100 slagen of meer per minuut, in rust)
3. Nervositeit en/of angst

COMPLICATIES:
A. een volledige hyperthyreoidie, 1-3% risico per jaar
B. Boezemfibrillatie((relatief risico in 3-5% in leeftijd van 60 jaar en ouder)
C. Verergering van botontkaling risico bij vrouwen die de overgang hebben gehad.

Laberatorium: A.TSH verlaagd
B.Vrije T4 normaal(ft4)
C. Vrije T3 normaal(FT3)

RADIOLOGIE: 24-uurs opname rajood uptake
A verhoogde opname, meer dan 30% in 24 uur:
1. bij Graves
2. multinodulair struma(meerdere noduli)
3. autonome schildklier nodus.(enkele nodus)
B.verlaagde opname, minder dan 5% in 24 uur.
1.stille thyreoiditus
2.postpartum thyreoiditus
3. overmatige jodium inname

Protocol voor de evaluatie:
1. lab testen, op tsh, Ft4, FT3
2.Om de drie maanden prikken op : tsh, ft3, ft4.
3.Elke drie maanden kijken of er hyperthyreoidie is ontstaan, dan ook benaderen als zodanig, ook een uptake scan.
4.Is de tsh onmeetbaar geworden dus onder 0.01, dan is het ook te overwegen om het te behandelen als hyperthyreoidie, maar in ieder geval onder controle houden.

bron:notebook. Ref. Marqusee (1998) Endocrinol Metab Clin North Am 27:37-49 Shrier (2002) Am Fam Physician 65(3):431-8 Woeber (1997) Arch Intern Med 157:1065-8

woensdag, maart 02, 2005

Subklinische hypothyreoïdie

Definitie:
A. verhoogde tsh, met normale FT4.
Epidemiologie:
A. komt vaker voor bij oudere mannen : 2-8%
B. Komt vaker voor bij oudere vrouwen:5-10%

Indicaties voor behandeling:
A. als de tsh boven de norm uitkomt.
B Als er klinische symptomen present zijn zoals b.v.
1 depressie
2.Vermoeidheid
3.hyperlipidemie(vetachtige stoffen in bloed)
4.struma
5.hyper-homocysteïnemie
6.ziekte van de kransslagaderen, ofcardiologische risico factors

.Contra-indicaties voor behandeling:osteoporosis, of gevoeligheid voor botbreuk

Behandeling:
A.zie hypothyreoïdie
B.Levothyroxine (onder verschillende merknamen, zoals bv thyrax, euthyrox, etc)

De efficiëntie van behandeling blijkt uit de volgende punten:
LDL cholesterol daalt in niveau
Hypothyreoïdie symptomen nemen af
Tsh normaliseert.Het liefst zo tot middennormaal 1.0-2.0
In sommige gevallen geeft het bij subklinische hypothyreoïdie een beduidende verbetering , door een proefdosis thyrax toe te dienen gedurende zes weken.Als de proef aanslaat kan dus de dosering worden voortgezet of eventueel nog verhoogd worden.Indien de patiënt geen verbetering merkt van de proef met thyrax is het raadzaam de medicatie te stoppen.
Let wel: artsen kunnen hierover van mening verschillen

spier- en gewrichtsklachten bij schildklierziekten

Hoewel nog niet algemeen bekend en begrepen, kunnen hypothyreoïdie en hyperthyreoïdie verschillende spier- en gewrichtsklachten veroorzaken.

Bekend is dat hypothyreoïdie en hyperthyreoïdie beide myopathieën kunnen veroorzaken- de medische term voor spierziekten die de willekeurige spiergroepen aantasten die met je botten verbonden zijn, bijvoorbeeld je biceps in je bovenarm of de quadriceps in je dijen.

Myopathieën komen het meest voor in de zg. proximale spiergroepen, dat zijn de spieren die het dichtste bij het midden van het lichaam liggen, zoals in de dijen en de schouders. Bij myopathieën die door een ontsteking of stofwisselingsziekten zoals de ziekte van Hashimoto worden veroorzaakt vallen witte bloedlichamen gedeelten van de spieren en de omringende bloedvaten aan. Ook ontstaan er opeenhopingen in de spieren van stoffen die in de stofwisseling betrokken zijn . Beide situaties leiden tot pijn en spierslapte.

Verschillende schildklierstoornissen kunnen in verband worden gebracht met bepaalde soorten spier- en gewrichtspijnen.

Spier- en gewrichtspijn bij hypothyreoïdie .

Een aantal symptomen kunnen voorkomen bij hypothyreoïdie. Meestal zijn die symptomen te wijten aan zwellingen van de spieren, of zwellingen die op de zenuwen drukken.

De symptomen kunnen zijn:

Algehele spierslapte en -pijn, inclusief kramp en stijfheid.
Algehele gewrichtspijn, stijfheid, ook bekend als atrofie.
Peesontsteking in armen en benen.
Carpaal Tunnel Syndroom - wat gepaard gaat met pijn, tintelingen, slapheid, en/of een verdoofd gevoel in pols, vingers of onderarm.
Tarsaal Tunnel Syndroom - gelijk aan Carpaal Tunnel Syndroom, maar dan in de bovenkant enkel, onderkant voeten, tot in de tenen.



Ziekte van Graves/hyperthyreoïdie

Bij hyperthyreoïdie of de ziekte van Graves kun je spierslapte en moeheid ervaren.

Spierpijn komt hier minder voor dan bij hypothyreoïdie.

Sommige mensen met hyperthyreoïdie verliezen spierspanning en kracht, een proces van spierbeschadiging.

Een aantal klachten zijn:

Moeilijk trappen lopen
Minder grip op voorwerpen die men vasthoudt
Moeite om voorwerpen boven het hoofd te tillen.
In sommige gevallen kunnen de spieren die bij het slikken betrokken zijn aangetast worden, dan kan er schorheid ontstaan en moeite bij het slikken.

Als de pijn niet verdwijnt:

De ergste klachten verdwijnen meestal als de schildklierstoornis goed wordt behandeld.

Als dat niet gebeurd, is het zaak een aantal vragen te stellen.

Ten eerste: als je hypothyreoot bent, krijg je de goede behandeling ?

Onvoldoende schildkliermedicatie, of de behoefte aan T3-hormonen als aanvulling moeten eerst aangepakt worden om de spier- en gewrichtsklachten te behandelen.


Ten tweede: als je behandeling toereikend is en je nog steeds spier- en gewrichtspijn hebt, moet je dan een verwijzing vragen voor een reumatoloog ?

Een reumatoloog kan een dieper onderzoek doen naar artritis en fybromyalgie. Bovendien zijn ze expert op het gebied van spier- en gewrichtspijn.

Ten derde: is er onderzoek bij je gedaan naar fybromyalgie ?

Er zijn artsen die geloven dat fybromyalgie een uiting is van hypothyreoïdie, zoals dr. John Lowe.

Fybromyalgie is een syndroom dat gekenmerkt wordt door zwakker wordende spieren, bindweefsel en gewrichten, wat gepaard gaat met pijn, stijfheid en slapte.

Ten vierde: kan ik baat hebben bij alternatieve therapieën ?

Sommige patiënten met chronische spier- en gewrichtsklachten hebben baat bij massage en accupunctuur.

De voedingssupplementen glucosamine en chondroitine-sulfaat zouden volgens een onderzoek van het amerikaanse National Institutes Of Health's National Institute of Arthritis and Musculoskeletal and Skin Diseases een gunstige invloed hebben op osteoarthritis (gewrichtsontsteking tot op het bot).

Bron: Mary Shomon

dinsdag, maart 01, 2005

Stoffen/ziekten die conversie/omzettings problemen geven van T4 naar T3

Ziekten van lever en nieren

Voedseltekort, lang vasten (hongerdieet)

Slechte voedselopname/darmperforatie

Diabetes

Ouderdom

De anticonceptiepil

Oestrogenen

Bèta blockers

Lithium (anti depressivum)

Bactrimel/co-trimoxazol (antibioticum)

Cordarone (Amiodaron)(hartmedicatie op jodiumbasis)

Strumasol/PTU (middelen tegen hyperthyreoidie)

Fenylbutazon (NSAID, bij reuma, bechterew, e.d.)

Schildklierstorm


Één van de meest angstaanjagende aspecten van Graves is de potentie een schildklierstorm te ontwikkelen.
Schildklierstormen komen gelukkig zelden voor.Het is een levensbedreigende crisis gekarakteriseerd door extreme signalen van hyperthyreoïdie. Soms kan de schildklierstorm mild zijn, b.v. ten gevolge van een operatie in een patiënt die niet afdoende is voorbereid met medicatie vooraf.
Ongeveer 1% tot 2% van alle patiënten met Graves of Plummer (toxisch multinodulair struma) kunnen een schildklierstorm ontwikkelen.

OORZAKEN VAN SCHILDKLIERSTORM:
Naast chirurgie, kan een storm worden geactiveerd door radioactief Jodium therapie (de slok), teveel jodium inname, ongecontroleerde diabetes, emotionele stress, abrupt stoppen met schildkliermedicatie (strumazol of PTU), palpatie van de schildklier bij hyperthyreoïdie patiënten, schildklierhormoon overdosis, ernstige reactie op geneesmiddelen, myocard infarct, zwangerschaps vergiftiging, bevalling, trauma, acute infecties, longembolie. De grootste hoeveelheid van deze antilichamen wordt losgelaten gedurende de eerste vijf weken na de radioactieve jodium therapie. Vandaar dat schildklierstormen meestal binnen vijf weken na de therapie kunnen voorkomen.
Radioactief jodium veroorzaakt een sterke stijging van de stimulerende TSH receptor antilichamen, omdat er veel antilichamen ‘lekken’ uit de afstervende schildkliercellen.

SYMPTOMEN:
De klinische symptomen bestaan uit een hypermetabolisme. De helft van de patiënten, die de eerste hulp, of bij een arts, binnenkomt, heeft een dramatisch gewichtsverlies van 20 kilo of meer. Ze hebben klachten zoals pijn op de borst, hartkloppingen, kortademigheid, tremor, nervositeit, erg zweten, desoriëntatie en zijn uitgeput. Normaliter hebben ze hoge koorts, die geassocieerd is met hitteaanvallen en hevig zweten. Deze hoge koorts is buiten proporties naast andere symptomen. Er is tachycardie, arterieel fibrilleren en hoge bloeddruk. In zeldzame gevallen kan hartzwakte ontstaan.
Het centrale zenuwstelsel geeft symptomen zoals: opmerkelijke agitatie, rusteloosheid, delirium, psychose en coma.
Gastrologische symptomen zijn misselijkheid, overgeven, diaree en geelzucht.
Fatale afloop komt vaker voor bij ouderen, geassocieerd met hartfalen en shock.


BIOCHEMISCHE VERANDERINGEN:
Eerst werd verondersteld dat het dumpen van opgeslagen schildklierhormoon verantwoordelijk was voor schildklierstorm. Nu weten we dat de bloedwaardes van hyperthyreoïdie patiënten of mensen die een schildklierstorm hebben, niet van elkaar hoeven te verschillen. Bewijs suggereert dat tijdens een schildklierstorm, het aantal bindingsfactoren van catecholamines (efedrine, norefidrine, dopamine) verhoogd. Daardoor krijgen hart en zenuwweefsels een verhoogde gevoeligheid voor circulerende catecholamines. De normale reactie op stress is dan verhoogd en heftig. (Greenspan 1991 page 252)
Er is ook een verlaagde bindingsfactor in TGB, het proteïne wat zich normaal bindt met schildklierhormoon.Daardoor is er meer vrij beschikbaar schildklierhormoon in de circulatie.
Het gecombineerde effect, van overdadig vrij schildklierhormoon en verhoogde catecholamine receptors, veroorzaakt een buitensporige respons door ziekte, infectie of operatiestress (waarbij een uitbarsting van catecholamines voorkomt), dit alles draagt bij tot de acute symptomen van een schildklierstorm.


DIAGNOSE EN BEHANDELING:
Schildklierstorm is diagnosticeerbaar op basis van de symptomen. Terwijl de bloedwaardes een thyreotoxicosis aanduiden (verhoogde schildklierhormoon niveaus) kun je het daarmee niet onderscheiden van een schildklierstorm.
Behandeling mag niet worden uitgesteld. Het niveau schildklierhormoon moet snel naar beneden worden gebracht. Medicatie om de koorts te onderdrukken is nodig, met uitsluiting van aspirine, omdat die het hormoonniveau juist omhoog brengt. Schildklierremmers (vaak PTU) en een sterke jodiumoplossing (lugol) worden een uur daarna weer pas toegediend, jodium zou anders juist de hormoonproductie weer verergeren. Plus bètablokkers om de symptomen nog verder te onderdrukken.
Al is een schildklierstorm zeldzaam voorkomend, is het toch een angstaanjagende gebeurtenis, die sommige Graves patiënten noopt een direct agressief ingrijpend behandelen. Toch heeft het nut de hormoonniveaus geleidelijk te laten dalen, omdat b.v. direct een RAJ behandeling een heftige reactie kan veroorzaken.


ETIOLOGIE:
Bewijzen suggereren dat er waarschuwings factoren vooraf gaan aan een schildklierstorm.
Iemands hart springt normaliter niet opeens van b.v. 80 naar 200 slagen per minuut. Een aanzienlijke stijging van hartslagen, gecombineerd met een steeds meer stijgende lichaamstemperatuur, zijn waarschuwings tekens. Ook al heb je vaker ontlasting bij Graves, een plots optredende diaree kan tevens een waarschuwing zijn voor een storm.
Schildklierstormen komen vaker voor bij vrouwen tussen de 30 en 60 jaar. Patiënten met Ziekte van Plummer hebben meestal eerder die problemen tussen de 40 tot 70 jaar. Mortaliteit kan van 10% tot 20% oplopen, maar dan is er meestal een onderliggende aandoening aanwezig.

Bron: Elaine Moore, Suite 101

vrijdag, februari 18, 2005

de rol van voedingstekorten bij Graves

Patiënten met Graves/hyperthyreoïdie zijn allen uniek en iedereen heeft vaak verschillende symptomen.
Bij jongere patiënten zijn de meest voorkomende symptomen nervositeit en angst, je ziet bij die groep ook eerder de menstruele- en oogklachten ontstaan.
Bij de groep volwassenen met Graves komen symptomen voor zoals hartklachten, hartritmestoornissen, hoge bloeddruk. Soms zie je bij ouderen apathisch gedrag en depressie.


Het scala aan symptomen in Graves is behoorlijk: van droge ogen tot droog haar tot digestieve stoornissen tot hartzwakte.
Sommige patiënten houden vocht vast plus verschillende symptomen terwijl anderen weer een predominant symptoom hebben. Er kunnen ook milde symptomen optreden, terwijl er net zo goed zware symptomen op kunnen zoals spierzwakte. Daardoor kan iemand bv de trap niet eens meer opklimmen of lopen.
Deze verschillen zijn vaak te wijten aan onderliggende voedingstekorten.
De symptomen in Graves hebben twee onderliggende hoofdoorzaken:
1. Het effect van teveel schildklierhormoon
2. Voedingstekorten. Deze tekorten ontstaan hoofdzakelijk door de malabsorptie in de darmen en verhoogt metabolisme door de hyperthyreoïdie.
Metabolisme of metabolische activiteiten staan in verband met lichaamsfuncties, zoals het verteren van voedsel en energie generen.

Tijdens hyperthyreoïdie passeert voedsel zo snel dat de voedingsstoffen amper de kans krijgen om geheel geabsorbeerd te worden. Het resultaat hiervan is dat patiënten met Graves de symptomen van malabsorptie ondervinden, zoals veelvuldige ontlasting, diaree, vettige ontlasting (bleek vet en blijft drijven)
Vettige ontlasting word ook vaak gezien bij patiënten met gluten overgevoeligheid, een aandoening die vaak voorkomt naast Graves.

Naast malabsorptie zijn de voedingstekorten een effect van de verhoogde vraag naar voedingsstoffen die een Graves patiënt ervaart. Elk proces in het lichaam, inclusief de productie van schildklierhormoon heeft een scala aan specifieke mineralen en vitaminen nodig.
De meest voorkomende voedingstekorten in Graves zijn die van vitamine: A, B1, B2, B6, C, D, E en K. Tekorten aan de volgende mineralen kalium, koper, magnesium, calcium en mangaan. Een tekort van essentiële vetzuren is ook vaak aanwezig.
Specifieke symptomen: nachtblindheid, veroorzaakt door een tekort aan vitamine A, verhoogde ontkalking door vitamine D tekorten, spierzwakte door vitamine K en B6 tekort, hartproblemen door B1 tekorten.

Dr. Stephen Langer schrijft in het boek “ Solved: The Riddle of Illness,” dat tekorten aan vitamine C en E symptomen veroorzaken van hyperthyreoïdie. Langer schrijft dat sommige patiënten, die conventioneel behandeld worden voor hyperthyreoïdie, hun symptomen ook hadden kunnen verminderen met vitamine supplementen.
Verder is het kopertekort wat in Graves voorkomt de oorzaak van het hoge zinkgehalte in het bloed.
Er is een relatie tussen deze twee elementen. Dr. Langer legt uit hoe verhoogde zinkniveaus de symptomen van hyperthyreoïdie veroorzaken. Tevens legt hij in het boek uit hoe een tekort aan essentiële vetten hyperthyreoïdie symptomen veroorzaken, in proeven met ratten.

Teveel aan jodium, dat betekent meer dan 150 mcg per dag, kan hyperthyreoïdie opwekken in genetisch gevoelige personen en kan bestaande symptomen verergeren. Verborgen bronnen van jodium zijn o.a. hartmedicatie (amiodarone), multivitamine, sommige hoestdrankjes, rode - en bruine voedselkleurstoffen en veel dieetproducten. De schildklierhormoon voorlopers TETRAC en TRIAC moeten worden vermeden, deze tref je vaak aan in dieetproducten.
De alarmerende toename van hyperthyreoïdie aandoeningen in katten en honden worden verondersteld gerelateerd te zijn aan voedingstekorten. Terwijl de toename van auto-immuun aandoeningen bij deze dieren gerelateerd kan zijn aan vaccins. Verontrustend is de hoeveelheid kwik in de vaccins, omdat kwik een bekende trigger is van auto-immuun aandoeningen.
Bron: Elaine Moore

vrijdag, januari 07, 2005

Hypo, hyper en huid

SCHILDKLIERZIEKTEN

Indeling van huidafwijkingen bij schildklierziekten:

1.
Specifieke afwijkingen v.d. schildklier:
cyste ductus thyreoglossus (thyreoglossal duct cyst)
cutane metastasen van schildkliercarcinoom
2.
Niet-specifieke afwijkingen, t.g.v. schildklierdysfunctie:


Bij hyperthyreoïdie in het algemeen:
1. alopecia
2. Plummer's nails
3. veranderde 'textuur' v.d. huid
4. hyperpigmentatie

Bij Graves :
1. ophthalmopathie
2. dermopathie (pretibiaal myxoedeem)
3. thyroid acropachy

Bij hypothyreoïdie:
1. congenitaal hypothyreoïdie syndroom
2. gegeneralizeerd myxoedeem
a. veranderde textuur v.d. huid
b. xerosis; keratoderma
c. carotenemia
d. brittle nails
3. diversen

Met schildklierziekten geassocieerde overige dermatosen:
A.
Waarschijnlijk immuun-gemedieerd:
1. alopecia areata
2. anemie
3. bulleuze dermatosen (pemphigus, parapemphigus, herpes gestationis, dermatitis herpetiformis)
4. connective tissue disease (dermatomyositis, lupus erythematosus, sclerodermie)
5. endocrinopathieën (multiple endocrine neoplasia, acanthosis nigricans)
6. pustulosis palmoplantaris
7. Sweet's syndroom
8. urticaria/angio-oedeem
9. vitiligo
B.
Diversen
C.
Complicaties / bijwerkingen van geneesmiddelen voor schildklierafwijkingen


CYSTE DUCTUS THYREOGLOSSUS
Een mobiele niet-pijnlijke zwelling of cyste mediaan of paramediaan in de hals, die soms meebeweegt bij uitsteken van de tong. Wordt vaak voor het 10e jaar ontdekt. Aanvullende diagnostiek: echografie, evt CT-scan, punctie en cytologisch onderzoek als aan een maligniteit wordt gedacht (zelden, meestal papillair adenocarcinoom). DD: lobus pyramidalis v.d. schildklier, cystic hygroma, desmoïd tumor, lymfklieren, lipoom, laryngocele, pharyngocele.

CUTANE METASTASEN UITGAANDE VAN DE SCHILDKLIER
Solitaire of multipele noduli, doorgaans is de diagnose schildkliercarcinoom reeds jaren eerder gesteld. Metastasen kunnen hyperthyreoïdie veroorzaken. Typen: papillair carcinoom (vooral kinderen), folliculair carcinoom, Hürthle cell tumor, medullair carcinoom. Bij Cowden's disease (zie daar) bestaat een verhoogd risico op schildklieradenoom en adenocarcinoom.

CUTANE MANIFESTATIES VAN HYPERTHYREOIDIE
- warme, vochtige zachte huid
- erythema faciale of palmare
- gegeneraliseerde hyperhidrosis
- dunne, maar niet atrofische epidermis
- zacht, dun haar behaarde hoofd
- diffuse niet-cicatriciële alopecia
- nagelafwijkingen (5%)
- Plummer's nail (concave nagel met distale onycholysis). Niet specifiek, komt ook voor bij hypothyreodie, psoriasis, traumatisch, contactallergisch eczeem.
- gelocaliseerde of gedisseminieerde hyperpigmentatie, soms in identiek patroon als bij m. Addison (handlijnen, voetzolen, gingiva, mondslijmvlies. waarschijnlijk door reactief verhoogd ADH.
- pruritus (misschien rechtstreeks, misschien t.g.v. urticaria, of hypothyreoïdie)
NB: overige symptomen van hyperthyreoïdie:
hypertensie (vooral systolisch), tachycardie, soms polsdeficit door boezemfibrilleren, warmte intolerantie, gejaagdheid, hartkloppingen, nervositeit, vermagering ondanks goede eetlust, fijne tremor, hyperreflexie, menstruatiestoornis (amenorrhoe), diarrhee, exophthalmus, syndroom van von Grafe, soms multinodulair of diffuus vergrote schildklier, verlaagd cholesterol, soms verhoogd calcium.

GRAVES DISEASE (Ziekte van Graves, Parry, Basedow)
Hyperthyreoïdie met oogverschijnselen, symptoom van von Gräfe (achterblijven ooglid bij naar beneden kijken), Merseburger trias (exophthalmus, tachycardie, struma). Naast bovengenoemde symptomen kan bij Graves disease pretibiaal myxoedeem (0.5-4%), en acropachy (0.1-1%) voorkomen.
Pretibiaal myxoedeem (stapeling van hyaluronzuur in de dermis en subcutis) wordt niet alleen bij de ziekte van Graves gezien, maar ook bij Hashimoto's thyreoïditis, en zowel bij hypo-, eu- als hyperthyreoïdie. Naast pretibiaal ook op onderarmen, schouders, dijen. Vrij vast aanvoelende, geïndureerde plaques of noduli, soms verruceus, zelden met hyperhydrosis en hypertrichosis. Therapie: corticosteroïden locaal. Acropachy is een trias bestaande uit clubbed fingers (vingers en tenen), periosteale botproliferatie (X-handen maken), en zwellingen v.d. weke delen over de aangedane botten aan handen en voeten. Bij Graves disease, na thyreothoxicose, bij Hashimoto's thyreoïditis, Hürtle cell adenoma, en als prodromaal verschijnsel van hyperthyreoïdie.

CUTANE MANIFESTATIES VAN HYPOTHYREOIDIE
- Koude (vasoconstrictie t.g.v. hypothermie), droge, bleke huid, vooral op de strekzijden extremiteiten.
- xerosis (verminderde sterol synthese epidermis ?), acquired keratoderma (handpalmen)
- hypohidrosis en verminderde werking talgklieren
- bleke teint t.g.v. mucopolysaccharide deposities, soms gele teint t.g.v carotenemia (handen, voetzolen, nasolabiale plooien)
- droog, grof en broos hoofd- en lichaamshaar, diffuse partiële alopecia, laterale wenkbrauw uitval, vertraagde haargroei, verhoogd percentage telogene haren
- verdikte, kwetsbare, langzaam groeiende nagels
- gegeneraliseerd myxoedeem (non-pitting) t.g.v. ophoping zure mucopolysacchariden (hyaluronzuur, chondroitinsulfaat). De gehele huid maakt een gezwollen, droge, bleke, wasachtige indruk.
- gestoorde sluiting bovenooglid (storing sympathische innervatie m. palpebralis superior)
- soms beklemming carpale of faciale zenuwen
- restgroep van diverse gerapporteerde afwijkingen, waarvan de associatie met hypothyreoïdie niet zeker is: purpura, gestoorde wondgenezing, focale cutane mucinosis, ANOTHER-syndroom, decubitus, Candida-folliculitis, Actinomycosis.

NB: overige symptomen bij hypothyroïdie:
bradycardie, weinig traanvocht, slikmoeilijkheden, kouwelijk, bradypsychisme, moeheid, trage, lage, krakerige stem, trage relaxatie Achillespeesreflex, dikker worden zonder overdreven gestegen eetlust, menstruatiestoornissen (menorrhagie, hypermenorrhoe, amenorrhoe), obstipathie, doofheid, oorsuizen, duizeligheid.
CONGENITALE HYPOTHYREOIDIE
Bij de geboorte niet goed te herkennen, daarom wordt er op gescreend (hielprik, T4, zonodig TSH). Bij niet herkennen kunnen naast vertraagde groei en ontwikkeling op een gegeven moment cutane verschijnselen zichtbaar worden: een gegeneraliseerd non-pitting (myx-)oedeem, periorbitale zwelling, dikke lippen, macroglossie (grote gladde rode tong), een gelige tint, vetophoping in de regio clavicularis, koude, droge, bleke huid, hypothermie, cutis marmorata, grof, droog en broos haar, patchy alopecia, persisterende lanugo-beharing, kwetsbare langzaam groeiende nagels.
ASSOCIATIES MET ANDERE DERMATOSEN
Alopecia areata is geassocieerd met Hashimoto's thyreoditis, m. Addison, pernicieuze anemie, diabetes mellitus type I. Bij kinderen werd in 7-24% een afwijkende schildklierfunctie gevonden. Atrophische gastritis/pernicieuze anemie is duidelijk geassocieerd met auto-immuun thyreoïditis. De antistoffen die gevonden kunnen worden bij m. Hashimoto (anti-thyreoglobuline, anti-microsomale antistoffen) komen ook voor bij pernicieuze anemie, Sjögren syndroom, chronische actieve hepatitis, SLE, RA, diabetes, m. Addison, en Graves disease.
Bulleuze dermatosen: combinaties zijn beschreven van pemphigus foliaceus en hypothyreoïdie, Graves disease, en multinodulair struma; parapemphigus en m. Hashimoto; herpes gestationis en Graves disease (bij HLA-B8 phenotype); dermatitis herpetiformis en schildklierafwijkingen z.n.s. (bij HLA-B8 of DRw3 phenotype). De auto-immuun thyreoïditis is voorts geassocieerd met dermatomyositis, discoïde LE en SLE, vitiligo, Sjögren syndroom, progressieve systemische sclerose, e.v.a. (zie bovenstaande tabel).
DIAGNOSTIEK
T4, TSH, TBG (TBG/TBK), T3-uptake (v. berekening FT4-index, en vrij T4 gehalte). Zonodig T3, TSH/TRH test, RAIU (radioactive iodine uptake), thyroid suppression test, cholesterol, antilichamen (anti-thyroglobuline, anti-microsomale antilichamen, TBII, TSI), echografie, scintigrafie, etc.
Diverse lab-strategieën zijn mogelijk om tot een goede diagnose te komen, vaak volstaat het aanvragen van TSH, de rest wordt automatisch getrapt verricht, indien nodig.


Referenties
1.
Heymann WR. Cutaneous manifestations of thyroid diseases.
J Am Acad Dermatol 1992;26:885-902.




31-12-2003 (JRM) - HUIDZIEKTEN.NL